Op de tweede dag in Budapest stapte ik met mijn linkerbeen uit bed en zag ik als eerste iets roods (te weten: mijn rode laarsjes) dus dat was op dat moment goed, hè. Ik had nog steeds mijn eerste vliegreis overleefd, ik had Ruud nog niet z’n hersenpan ingemept en de zon scheen vrolijk aan de Hongaarse hemel.
Want ja, het was daar zowat 30 graden, leute. Dat kunt u zich vast bijna niet voorstellen, dat dat nog kan tegenwoordig, maar het was toch echt het geval. Dus opgetogen deden wij ons ontbijt en namen de tram richting stad. Vandaag stond het Hongaarse parlement op het programma. Mooi gebouw, hoor…
Ook bezochten wij het Margitsziget, ook wel bekend als het Margaretha-eiland, een groot eiland in het midden van de Donau. Nou, van dat ongeveer 3 kilometer (!) lange eiland was ik op slag fan! Fantastisch wat daar allemaal te zien en te doen is.
Grote zwembaden, Japanse tuinen..........
KLIK HIER om het hele artikel te lezen !!!
